1.Nederlands Indië was tot de Tweede Wereldoorlog een welvarend en vredig land. De maatschappelijke verschillen waren toen niet anders dan op de dag van vandaag. Natuurlijk waren er verschillen in sociale standen maar die waren vooral gebaseerd op het opleidingsniveau. En dat is nu nog zo. Het koloniale beleid had gezorgd voor een prachtige infrastructuur en een land- en tuinbouw, gezondheidszorg, onderwijs en rechtspraak van hoog niveau. En als er geen oorlog was gekomen zou de honorering van de drang naar meer vrijheid en onafhankelijkheid van de Indonesische bevolking zeker kansrijk geweest zijn.
2. Dit prachtige eilandenrijk, zo groot als van Schotland tot Turkije, werd bestuurd door zo n 150.000 ambtenaren, die nauw samenwerkten met locale gezagsdragers. Zij zorgden voor rust en welvaart en optimale kansen voor economische en sociale ontwikkeling. Uiteraard hebben zich enkele nare excessen voorgedaan. Maar deze waren niet frequent en structureel. De Republiek Indonesia heeft met dezelfde problemen te kampen. Maar helaas worden die excessen ten onrechte geplakt op de Nederlanders die indertijd het land bestuurden. Als je zegt in Indië te hebben gewoond hoor je al snel: O, Eduard Douwes Dekker, Atjeh-oorlog, etcetera . Zelfs de politionele acties worden genoemd. En daar droegen wij nu echt helemaal niet de verantwoordelijkheid voor. Die kwamen uit Nederland. En met de hand op mijn hart durf ik te verklaren: het ambtenarenkorps bestond vooral uit ijverige, zeer toegewijde en trouwe burgers.
3. De regeringsverantwoordelijkheid was af en toe gecompliceerd. Meestal lag het zwaartepunt bij de Gouverneur-Generaal van Indië, maar soms had de regering in Nederland het laatste woord. Meestal werd gekozen voor die oplossing die voor de Nederlandse schatkist het meest voordelig was.
4. Toen brak de Tweede Wereldoorlog ook uit in Azië. Pearl Harbour werd gebombardeerd, waarop Amerika en Engeland onmiddellijk de oorlog verklaarden aan Japan. Nederland wist niet hoe snel zij ook, als derde, de oorlog aan Japan moest verklaren. En wij moesten op onze post blijven en zeker niet het land uitvluchten. Alle Nederlandse staatsburgers werden in kampen opgesloten en soms getransporteerd naar andere landen in Azië om daar bijvoorbeeld spoorwegen aan te leggen, dwars door de jungle. Het leven in de kampen was verschrikkelijk slecht. Veel te weinig en slechte voeding, erbarmelijke hygiënische toestanden, veel tropenziektes, en meestal zeer zware arbeid. En bij het minste of geringste werd je geslagen of zelfs gemarteld. Het leven buiten de kampen was navenant.
5. Van een echte bevrijding was nauwelijks sprake. De Japanners hadden tijdens de bezetting de Indonesische bevolking wijs gemaakt, dat zij hen kwamen verlossen van het koloniale juk. Indonesië moest onafhankelijk worden en de Nederlanders moesten het veld ruimen, en niet goedschiks dan maar kwaadschiks. De, vooral jonge, bevolking was zo opgejut, dat ze niet konden wachten om die vuile kolonialen zo snel mogelijk een kopje kleiner te maken. In opdracht van de geallieerden moesten de Japanners de gevangenen binnen de kampen houden, ter bescherming tegen de woedende bendes, die buiten de poorten ons stonden op te wachten. Door -zoals zo vaak- een mengelmoes van echte vrijheidsstrijders en pure criminelen. En niet van elkaar te onderscheiden.
6. De jaren vlak na de oorlog waren chaotisch, bedreigend en dramatisch. Jaren van onderhandelingen tussen Nederland en Indonesia volgden. Uiteindelijk werden alle Nederlandse staatsburgers gedwongen naar Nederland te vertrekken. Wij werden er uit geknikkerd en moesten alles achter laten wat er nog over was. En achteraf bleek, dat wij alle kosten van overtocht en opvang moesten terugbetalen.
7. Nu is het gebruikelijk dat een land na de oorlog haar ambtenaren alsnog hun salarissen en pensioenen uitbetaalt. Maar er was weinig in de kas van Nederlands-Indië en de kosten waren hoog. Kortom op dat moment niet de tijd om die betaling snel te regelen. Alle geallieerde landen hebben na de oorlog hun ambtenaren wel betaald, ondanks ook hun slechte financiële situatie. Zij beschouwden dit als een vanzelfsprekende ereschuld. Voor de Nederlandse ambtenaren sleept deze betalingszaak na 70 jaren nog steeds voort. Het schandaal van de zogenaamde Backpay.
8. Daarnaast hadden de Nederlandse staatsburgers zo goed als al hun bezittingen in Indië verloren. De compensatie van de oorlogsschade werd in Nederland geregeld met de Wet Materiële Oorlogsschade [WMO]. In Nederland werd zeer ruimhartig bijna alle opgelopen schade vergoed. Op een vraag van een Kamerlid of het ook van toepassing kon worden verklaard op de Nederlandse staatsburgers uit Indië, werd geantwoord: daar hebben wij geen geld voor! Ook deze strijd om een rechtvaardige vergoeding van de schade loopt nog steeds door na 70 jaren.
9. Inmiddels hadden zich 2 kansen voorgedaan, waarbij Nederland zich bewust onttrok aan haar morele verantwoordelijkheid tot een fatsoenlijke behandeling van haar ambtenaren. Ten eerste: toen Nederlands-Indië aan de Republiek Indonesia werd overgedragen bij de ondertekening van het soevereiniteitsakkoord, waren daar ook de verplichtingen in opgenomen om de ambtenaren te betalen. De Nederlandse delegatie was er van op de hoogte dat Soekarno niet bereid en niet in staat was om aan die verplichtingen te voldoen. Na 3 maanden had hij het verdrag al verscheurd! En Nederland -en dat is schandalig- heeft nooit moeite gedaan om Indonesië te wijzen op de -door haar aangegane- verplichtingen. Zij heeft daarmede haar zorgplicht schromelijk verwaarloosd. Ten tweede: bij het vredesakkoord van San Francisco in 1951 werd -onder zware druk van Amerika- bedongen dat Japan moest worden gespaard. Het land moest snel sterk worden gemaakt om te worden omgebouwd tot een rots in branding tegen het opkomend communisme. Dat betekende dat de geallieerde landen, noch hun staatsburgers, claims konden indienen bij Japan. De landen besloten toen om dus zelf hun staatsburgers te betalen. Nederland besloot dat niet. Als enige land heeft Nederland haar burgers na de oorlog niet uitbetaald. Een unieke en schaamteloze uitzondering. Van het land dat prat gaat op haar hoofdzetel van vele internationale rechtsinstituten.
10. En wat is er in de afgelopen 70 jaren eigenlijk bereikt? Er was een behoorlijke individuele zorg bij medische en psychische problemen. Er is een compensatie gegeven voor de kille en koele ontvangst na terugkeer voor alle oorlogsslachtoffers uit Europa en Indië. Het zogenaamde Gebaar. Deze compensatie is – door gemene [ambtelijke?] manipulaties – verdraaid tot een zogenaamde finale oplossing. Wellicht zijn 4 opeenvolgende staatssecretarissen verkeerd voorgelicht door hun ambtenaren. En dus hebben die vervolgens de Tweede Kamer verkeerd voorgelicht!? Een politieke doodzonde, dus niet je vingers aan branden. Er zijn 3 degelijke wetenschappelijke studies verricht door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie [NIOD]. Na het lezen van deze rapporten kan men slechts tot één conclusie komen: waar geen wil is, is geen weg.
Wij hebben ons (als SVJ én grootste partij bij het Indisch Platform) na de scheuring ín het Indisch Platform (verschil van mening en aanpak én naar aanleiding van het uitschakelen van onze twee adviseurs – aangesteld in de periode van Herman Bussemaker RIP – die écht iets betekend hebben in de afgelopen jaren) onlangs aangesloten bij Indisch Platform 2.0, dat mede door hen is opgericht. En faciliteren dit platform 2.0 met al onze wetenschap van de afgelopen jaren. De archieven en bestanden kwamen tot voor de scheuring ten bate van het Indisch Platform en daarmee ten bate van de mensen waar het uiteindelijk voor diende. Maar als deze oude IP partij niet deze mens dient (zie Backpay dossier) zoals het van te voren is afgesproken middels petities en persoonlijke contacten, dan dient dit oude IP niet meer de belangen van de Gemeenschap.
SVJ.