Zwijgen
Mijn papa en ik gaan een dagje naar het museum,
we lopen de grote laan op en ik zie een groot statig gebouw.
Samen lopen we naar binnen,
met mijn kleine hand in de zijne,
Ik voel de spanning groeien.
Ik kijk steeds op, met grote ogen, naar die grote man naast me.
We lopen samen langs de foto’s.
ik zie verschrikkelijke beelden van magere mannen in barakken.
vrouwen die buigen voor de Japanners
Zwijgend kijken we
Ik ben te klein om het echt goed te kunnen begrijpen.
Diep onder de indruk sta ik daar naast die grote man, mijn pappa.
Dan zie ik dat er een traan naar beneden rolt.
Ik zwijg nog steeds en kijk naar hem.
Snel volgen er meer tranen en mijn vader huilt zonder geluid.
Ik zie daar mijn grote sterke vader die in één keer heel klein,
gebroken, innig verdrietig maar daarnaast is ook de woede en de frustratie.
Ik pak zijn hand vast,
Ik weet niet wat ik moet doen.
Het enige wat ik weet is, je praat er niet over!
Je laat aan de buitenwereld niets merken!
Mijn papa heeft als kind in het jappenkamp gezeten.
Daarna was de wereld voor hem, nooit meer normaal.
We lopen samen het museum uit ZWIJGEND
samen vervolgen we het pad, mijn kleine handje in die van hem
Ik voel de zware last van de oorlog in hem, maar ook in mij.