Dit was George de Brouwer, hij was mijn vader.
Ik heb hem gehaat tot lang na zijn sterfbed aan toe.
Hij had een heftige doodstrijd en wat ik dacht toen was: …dit komt om wat je ons hebt aangedaan.
Mijn vader was een KNIL militair, werd gevangen door de Jap, naar Singapore gestuurd en van daar met een van The Hell Ships naar Japan, waarna hij in het krijgsgevangenkamp in Fukuoka terechtkwam.
Ik weet niet of het door zijn krijgsgevangenschap kwam maar hij was geen aardige man, hij heeft het leven van mijn moeder en ons kinderen tot een hel gemaakt, ik haatte hem.
In 1948 vertrokken wij vanuit Balikpapan naar Nieuw Guinea om een nieuw leven op te bouwen.
Ik was altijd bang thuis, de angst was er altijd en dat is niet leuk als je in je eigen. huis geen rust hebt maar alleen maar angst kent. Mijn – inmiddels overleden – broer Bob had het het zwaarst te verduren van mijn vader.
Achteraf gezien deelde hij altijd straffen uit die de Jap ook gebruikte: in de zon staan, geen drinken krijgen of juist een hele kan laten drinken, zoals hij zei: tot het uit je neus en oren komt, slaan met stukken brandhout, we mochten niet lachen, maar mochten ook niet huilen. Je werd altijd fysiek of mentaal vernederd.
Ik groeide op in Nieuw Guinea, maar ik wist niet dat al die mensen die in Nieuw Guinea woonden allemaal hetzelfde hadden meegemaakt als mijn ouders, namelijk die oorlog. Ik was een kind, wat wist ik nou van die oorlog.
Ik heb nooit aan iemand verteld hoe erg ik het thuis vond, niet aan vriendinnen of de juf, zelfs niet aan mijn zusters en broer.
Je hield alles voor jezelf, het grote zwijgen was daar toen ook al van toepassing.
In 2013 sloot ik me aan bij een groepje vrouwen die vrijwilligers werk deden voor de Stichting Het Indisch Platform, ten behoeve van de Indische Kwestie, vanaf die tijd hoorde ik zo veel verschrikkelijke verhalen en daardoor heb ik vrede kunnen sluiten met mijn vader.
Na een geschil met de voorzitter van het Indisch Platform zijn deze vrouwen verder gegaan met de Indische Kwestie onder leiding van Peggy Stein en Ton te Mey, die adviseur was van Stichting Indisch Platform.
Ton te Mey is onze steun en toeverlaat, hij is nooit in Indonesie geweest en heeft helemaal geen Indische roots, hij is gewoon een volbloed Nederlander die mee leeft met de Indische mens. Hij is degene die contacten heeft in de politiek.
Wij vonden dat de regering te weinig had gedaan voor de Indische Gemeenschap en willen nog altijd de Erkenning, de Excuses, Compensatie Oorlogsschade en de Backpay voor al die mensen die overleden zijn, hun weduwen en kinderen. En niet alleen maar voor de paar honderd mensen die gelukkig nog leven of leefden en het hebben mogen meemaken. Dat moet hun ook pijn gedaan hebben… Dus voor hun medelotgenoten vechten we ook door.
Gisterenavond sprak ik met iemand die nooit van zijn ouders had gehoord wat er allemaal gebeurd is, dit is hij pas na hun overlijden te weten gekomen.
Dat is toch erg en mag toch niet gebeuren?
Iedereen moet toch weten wat onze ouders, voorouders en andere familieleden hebben moeten meemaken in Nederlands-Indië als Nederlands onderdaan.
Wij willen allemaal blijven vechten voor wat onze vaders, moeders en familieleden toekomt, maar dat kan alleen met elkaars steun, dus teken alsjeblieft de petitie en vraag het ook aan je familie, vrienden en buren, ga desnoods de straat op.
Wij hebben die handtekeningen echt nodig.”
https://indischekwestie.petities.nl/
#indischekwestie
#excuses #erkenning #compensatieoorlogsschade
#backpaysalarissen #WWII #bersiap #kolonialeoorlog
#uitsterfbeleid #indischenederlanders #discriminatie
#dutcheastindies #nederlandsindie#dutchgovernmentneglectdutchwarvictims