G.A.F. Pietraroia, geboren 20 april 1913 te Padang.
Opa werkte voor de Japanse inval als ambtenaar bij het gevangeniswezen te Pekalongan, Midden Java. Na de Japanse overname kwam hieraan een eind en Opa moest op zoek naar ander werk en vond dit in de suikerfabriek te Jatibarang een plaats niet ver van Brebes. Daar kwam het gezin te wonen in een speciaal gebouwde wijk voor werknemers van de suikerfabriek en zij werden de buren van de hierna genoemde families Havelaar en Soffner. In oktober 1945 begon de Bersiap en de mensen in Jatibarang werden opgepakt door Pemuda groepen. Een deel van de mannen werd bijeengedreven op de tennisbanen van de suikerfabriek en omgebracht. Een ander deel werd afgevoerd naar de gevangenis te Brebes waaronder Opa Oma mijn vader en zijn broertje alsmede de gezinnen Havelaar en Soffner en anderen.
Na lange tijd navorsen kwam er eindelijk in 2009 licht in de tunnel. Ik kreeg contact met de volgende personen :
De, inmiddels overleden, heer U.A. Soffner uit Rijswijk. Hij heeft Opa het laatst gezien toen hij samen met Opa en al die anderen in een kleine stinkende cel door de pemudas opgesloten werd in de gevangenis te Brebes. Ook zijn Opa en oom Pieters van zijn moeders kant zaten in die cel. De vrouwen en kinderen waaronder mijn Oma en vader en zijn broertje waren elders in die gevangenis geplaatst met alle andere vrouwen en kinderen. De moeder van de heer Soffner kon uiteindelijk de pemudas overtuigen dat hij nog niet volwassenen was want hij was lang voor zijn leeftijd en werd weer bij de vrouwen en kinderen geplaatst. Hij zou hierdoor aan de slachting ontsnappen. Een broer van de heer Soffner heeft het massagraf eigenlijk bij toeval ontdekt op een van zijn reizen door Indonesië doordat hij door lokale bevolking op dat graf gewezen werd en hem daar mee naartoe genomen hebben. Er werd hem verteld dat het graf beheerd werd door de Indische familie Havelaar die in de USA woonde. Op de grafsteen stonden al die tijd de namen van drie Havelaars en een Kraainoord (een oom van de familie Havelaar) plus de aanduiding DLL dit is een afkorting van Dan Lain Lain (en anderen).
De heer H. Beekhuis, mede auteur van het boek Geïllustreerde atlas van de Bersiap kampen in Nederlands Indië, van hem kreeg ik een kopie van de ODO verklaring, 10.05.47, NIOD, IC 71103 met o. a. op bladzijde 3 de meeste namen van de mannen die in die cel zaten. Die van Opa stond ook vermeld alsmede de naam Havelaar.
Met de familie Havelaar ben ik, ook mede namens de heer Soffner, overeengekomen om de grafsteen aan te laten passen met een zo compleet mogelijke namenlijst. De namenlijst op de ODO verklaring, 10.05.47, NIOD, IC 71103 is accuraat maar niet compleet. De heer Soffner kon, als celgenoot, de namenlijst verder aanvullen. De Amerikaanse Indo familie Havelaar heeft bij uitnemendheid haar medewerking verleend.
Een ODO verklaring (Opsporings Dienst Overledenen) is een door getuigen onder ede afgelegde verklaring. In ons geval was dat mevrouw Melanie Koster. Zij was de hele tijd bij de groep vrouwen en kinderen in de gevangenis van Brebes en de omzwervingen van deze groep erna. Een geluk voor ons dat zij de namen van o.a. Opa en Havelaar kon laten optekenen en nog een paar anderen. De rest kon worden aangevuld door de heer U.A. Soffner welke hun celgenoot was totdat hij de moordpartij kon ontspringen. Na enkele dagen werden de groep vrouwen en kinderen dus ook Oma mijn vader en zijn broertje weggevoerd. Kort hierna werden de mannen uit de cel gehaald en naar de plek gebracht waar nu het massagraf zich bevind en zijn daar op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Bij de groep vrouwen en kinderen werd het broertje van vader zeer ernstig ziek en werd naar een hospitaal gebracht. Later bleek het broertje onvindbaar tot op de dag van vandaag.
In 2010 kwam Oma te overlijden en werd gecremeerd. Haar laatste wens was dat een deel van de as terug moest naar haar geboortegrond. Ik heb het als een dienstbevel uitgevoerd (met dank aan de Indonesische Ambassade te Den Haag welke uitstekende medewerking heeft verleend). De as heb ik uitgestrooid op het massagraf als een symbolische vereniging met Opa. De meeste informatie om dit verhaal te kunnen schrijven is afkomstig van de heer U.A. Soffner en de heer Henry Havelaar, oud KNIL militair.
Was getekend,
G. Pietraroia
Veteraan, 44ste Pantserinfanteriebataljon
Regiment Infanterie Johan Willem Friso
15-10-2011
Ligging
Brebes lag ongeveer 10 km ten westen van Tegal. De Gevangenis lag aan de zuid-oosthoek van de aloon-aloon (thans Jalan Slamet 1). Hier werden vrouwen en kinderen opgesloten; hun mannen en oudere jongens werden vermoord. |
Transporten
datum | binnengekomen
uit |
vertrokken
naar |
aantal
per transport |
aantal
in kamp |
type
personen |
11-10-1945 | Omgeving (1) | vr,ki | |||
16-10-1945 | Tegal: Kampret (2) | vr,ki |
ki=kinderen, vr=vrouwen
(1) o.a. per suikertrein van suikerfabriek Djatibarang (ca 10 km zuid van Brebes)
(2) lopend gedurende 5 dagen; onderweg in diverse kamponghuizen opgesloten
Omstandigheden
bezittingen bij binnenkomst werden alle geld en sieraden afgenomen
Moordpartij
Op 11-10-1945 om 5.00 uur ’s morgens werd een grote groep Nederlandse mannen en oudere jongens uit de omgeving samengedreven bij de tennisbanen van de suikerfabriek Djatibarang. Vervolgens werden zij allen vermoord. Vermoedelijk gaat het hier om ca 150 personen. Niet alle (massa)graven zijn teruggevonden. |
Literatuur
Beekhuis, H. e.a. – Geïllustreerde Atlas van de Bersiapkampen 1945-1947, 2009, pg 90
Bussemaker, H.Th. – Bersiap! Opstand in het paradijs, 2005, pg 178-179
ODO-verklaring, NIOD IC 071103
Sieverts, Th. – Dagboek, NIOD IC 081888, pg 5
Soffner, U.A. – Pekalongan 1945 (scriptie 1996), pg 51 (moordpartij)
Naamlijsten
ODO-verklaring, NIOD IC 071103 (o.a. van een deel van de vermoorde personen)