Ik was 9 jaar en in de Brantas zag ik lijken drijven

Posted door

1942…..
Ik was 9 jaar en in de Brantas zag ik voor het eerst dode lichamen drijven…
Altijd met het gezicht naar beneden…
Die beelden zal ik nooit vergeten…

Van Suikerfabriek naar Soerabaja..
Op een avond pakten wij onze spulletjes in een kussensloop en gingen wij lopend naar de suikerfabriek waar wij werden opgevangen door de familie.
De volgende morgen zagen wij de Japanners met hun gele kleding en de petjes met slierten in de nek. Zij hadden rijbroeken met windsels tot aan de knieën en vreemde schoenen aan. Een geweer hing over de schouders (Ze verwachten kennelijk geen weerstand).
Op houten fietsen vielen ze Modjokerto binnen en de geur die zij verspreidde…
die ruik ik nog steeds…..
Sushi maar dan rot..
en maar zingen Minaoto ka sur a kete heisan sie Arigato….

Wij moesten verder reizen.. met de trein naar Soerabaja omdat de bruggen opgeblazen waren gingen we lopend verder, dwars door de kampung en sawa’s naar de andere kant van de rivier waar we weer met een trein verder konden reizen. Tijdens de reis moesten mijn zussen hun gezicht insmeren met kapur serih om zo lelijk mogelijk eruit te zien zodat ze niet lastig gevallen werden door de jap.

“Een touwtje met een rubbertje”
In Soerabaja mochten wij bij tante Do wonen. Elke avond was het raak. Wij hadden in de voorgalerij een schuilkelder gebouwd van tafels met matrassen erop. Wij sliepen daar en kregen een touwtje om ons nek met een rubbertje eraan, om op te bijten tegen de druk van het inslaan van de bommen…

Sirenes
’s nachts hoorde ik altijd het geloei van de sirenes, een macaber geluid…. Daarna het brommend geluid van de vliegtuigen, gevolgd door een fluitend geluid en dan het inslaan van de bommen.
Elke eerst maandag van de maand hier in Nederland beleef ik het steeds opnieuw.. Dan wordt het luchtalarm getest…. gelukkig.. om 12.00 op de dag

Buitenkampers
Wij buitenkampers hadden het ook moeilijk, we konden misschien wel gaan en staan waar we wilden.. maar veel was er niet om te gaan en te staan. Elke dag moesten we zoeken naar eten, maar honger maak rauwe bonen zoet… gapelek, gedroogde casave met klapperrijst en een beetje zout..”heerlijk”..
Omdat ik de jongste was moest ik om 5 uur ’s ochtends in de rij staan bij de chinees om rijst te halen. Ik legde mijn kommetje op de straat in de rij en ging er zelf (net als alle andere jongetjes) naast liggen. Om 6 uur werd het rijst verdeeld.
Wij delen nog steeds een maaltijd , wanneer wij met familie & vrienden aan de rijsttafel zitten, krijgt onze buurman ook een portie over de muur aangereikt….

Tot aan de Bersiap-periode hebben wij in de Kleine Kalongan gewoond.
Ik persoonlijk vond de Bersiap-tijd veel angstiger dan de Japanse Tijd……ofschoon de Jap ook behoorlijk tekeer ging.
Zo zag ik dat er een man werd gestraft, ze goten hem vol met water waardoor zijn maag opzwol als een ballon en daarna trapte de jap hem op de maag net zolang totdat het water uit al de openingen van zijn gezicht spoot….

 

DE BERSIAP-PERIODE
Mijn broer Boy kwam opgewonden thuis en vertelde dat er in Toendjoengan, in de toren van het Oranje Hotel, de Nederlandse Vlag werd gehesen en dat daardoor de Indonesiërs in opstand kwamen en er behoorlijk werd gevochten.
Met behulp van ladders klommen de pemuda’s de toren op en scheurden de blauwe baan van de vlag en hesen de rood /witte
Niet lang daarna reden verschillende vrachtwagens met pemuda’s door de straten, gewapend met Bamboe Roentjings… en schreeuwend “”Merdeka,Merdeka””…
Dat was het begin van de Bersiap….
Je kan je niet voorstellen hoe angstaanjagend dat klonk.

De pemuda’s zaten vol wrok en waren wraakzuchtig, ze gingen van huis tot huis om mannen op te pakken….
Op Bloody Monday, 15 oktober 1945 werden in heel Soerabaja, Nederlanders uit hun huizen gehaald en bijeen gedreven in de Simpang-Club en de gevangenis in de Werfstraat.
Ik moest van mijn moeder een hansop aan (ik was 12 jaar, maar klein van stuk) en met knikkers in de achtertuin spelen.
Mijn zwager werd opgepakt en met nog meer jongens en mannen in een vrachtwagen gegooid en naar de gevangenis in de Werfstraat gebracht, waar ze met 30 man in een 5-persoons cel werden gestopt. Voordat ze de gevangenis inkwamen moesten zij eerst door een cordon Indonesiërs lopen die gewapend waren met knuppels en kapmessen…
Er was een constante dreiging van rampokkers die ’s avonds schreeuwend door de straten liepen.

Mallaby
27 oktober 1945 : Engelse schepen kwamen voor de kust van Soerabaja en de Engelse Generaal Mallaby gaf de Indonesiërs een ultimatum dat zij tot 18:00 uur de tijd hadden om alle wapens in te leveren.. anders zouden zij Soerabaja bombarderen….

Precies klokslag 18.00 u opende de schepen, die op de Rede van Soerabaja lagen, het vuur.
Mijn zuster en ik zaten in de voorkamer en mijn moeder riep ons….
Op het moment dat wij uit de kamer weg renden… werd de kamer getroffen door een bom, ik zag mijn zuster langs mij heenvliegen….de voorkamer was geheel verwoest….
Gedurende het bombardement zaten wij bij de Fam. Balder, zij kwamen uit Suriname. In een kamer onder matrassen schuilend voor de rondvliegende bommen….
Het leek alsof de bommen op ons afkwamen en over ons heen vlogen… ik weet niet meer hoelang het duurde..
Toen het stil was en wij naar buiten gingen was de straat een puinhoop en ik zag een lijk voor de Chinese toko liggen… het was Meneer de Fretes.

Het Rampokken ging dag en nacht door.
Een Transport Canadian Trucks met vluchtelingen waarin ongeveer 200 mannen , vrouwen en kinderen zaten werd in de bovenstad in een hinderlaag gelokt en iedereen werd op een gruwelijke wijze door de pemoeda’s afgeslacht.
Een goede vriend van mij, Ome Henk ItzigHeine heeft deze ramp overleefd en leeft gelukkig nog steeds… maar zijn broer heeft het niet overleefd.

K.N.I.L.
Op 16-jarige leeftijd meldde ik mij aan bij het K.N.I.L en werd aangenomen..
Mijn jongste kleinkind is net 17 geworden.. Op haar leeftijd kon ik al beslissen over leven en dood…

Alles flits nu door mij heen en hoe wij dit alles hebben overleefd is me nog steeds een raadsel het leek op een droom maar het was de ergste nachtmerrie…

Natuurlijk zijn er nog meer gruwelijke dingen gebeurd..
Dat het grote invloed op mijn heeft gehad is zeker waar…
Ik had geen tijd om te rouwen….
Ik was en ben aan het overleven…
Heb ik er last van.??

….. Ja…..

Inmiddels ben ik 84 jaar..
En heb (nog) niet alle verhalen kunnen vertellen,
Wel kunnen op schrijven..
Ze liggen in een koffertje
Onder mijn bed..
Pas na mijn overlijden mogen mijn kinderen
dit koffertje openen…

John Bruininga